Wie betaalt de prijs voor rot vlees?
Er is deze week al veel gezegd en geschreven over de vleesindustrie in België. Hoe schandalig het wel niet is. Hoe er met dierenwelzijn wordt getreden, hoe de gezondheid van mensen op het spel wordt gezet met vlees dat door en door rot is. Door een sector die door en door rot is.
Elke week is er wel iets nieuws dat je misselijk maakt. Is het niet het vlees op je bord, dan is het de manier waarop het vlees wordt geslacht, wordt vervoerd of wordt grootgebracht. En met groot bedoel ik ook groot. De meeste dieren op je bord worden vooral gekweekt om in sneltempo groot te worden. Niet oud.
En we kunnen allemaal wel met de vinger wijzen naar de verschillende sectoren, willen we verandering zien, dan zullen we vooral zelf ons gedrag moeten aanpassen. Tenzij je geen vlees eet natuurlijk, dan zit je best safe.
Het probleem begint met de prijs van het vlees op ons bord.
Eerder dan voor kwaliteit kiezen we in de supermarkt voor kwantiteit. Oh, kippenbillen in promotie: €4 voor 8 billen. Meenemen! Gehakt aan €3 voor 500gr. Gooi maar in het karretje! Wel, if you pay peanuts, you get monkeys. Ook in de wereld van de vleesindustrie. Slachthuizen en veetelers moeten wel gekke dingen doen, zich als de apen van de supermarkten gedragen, om aan hun vlees iets over te houden. Reken zelf maar eens uit.
Stel dat een stuk vlees in de supermarkt €10 kost. Dan gaat €4 naar de supermarkt, €2 naar de slager die het verwerkt, €1 naar verpakkingen, €1 naar vervoer en uiteindelijk €2 naar de veeteler. Dit is allemaal een beetje met natte vinger, maar het schetst de situatie wel. Wil een boer op die manier €100 verdienen, moet hij met andere woorden 50 dieren ‘groot’brengen, laten vervoeren, slachten en verpakken.
Maar stel je nu eens voor dat je je stuk vlees uit de supermarkt rechtstreeks bij de boer zou kopen. En stel dat je dat aan dezelfde prijs zou doen. Ook €10 voor een stuk vlees. Dan gaat de volledige €10 natuurlijk niet naar de boer, want hij moet dat dier ook laten slachten en vervoeren. Maar op het einde van deze rit houdt de boer er sowieso wel meer geld aan over. Stel dat hij hier de helft aan overhoudt. €5. Dat is meer dan het dubbele van zijn inkomen wanneer hij zijn vlees aan de supermarkt verkoopt. Bijkomend hoeft hij slechts 20 dieren laten slachten om €100 te verdienen.
Bovendien zorgt dit automatisch voor meer dierenwelzijn. Minder dieren, meer ruimte. Meer aandacht per dier individueel, slachthuizen die minder werkdruk hebben en dieren die niet als beesten opeengepakt vervoerd hoeven te worden.
Dit is natuurlijk even het betere nattevingerwerk. De exacte cijfers en bedragen ken ik niet, maar dit schetst de realiteit wel.
Natuurlijk staan er tussen droom en daad wetten en bezwaren, maar wij als consument kunnen/moeten wel de eerste stap zetten. Een gezond proces, een gezonde industrie start bij de consument. We kunnen zoveel met de vinger wijzen als we willen en roepen dat we de rotte appels en het rotte vlees eruit willen. Zolang we zelf enkel goedkoop vlees uit de supermarkt willen, gaat er niets veranderen. Dan gaan we blijven geconfronteerd worden met dieronvriendelijke situaties. En dan heb ik het nog niet over de ecologische impact. Dat in grote hoeveelheden vlees kweken nefast is voor zowat alles, is ondertussen wel bekend. Methaangas, kunstmest, ingevoerde soja van de andere kant van de wereld en bodemverontreiniging. Bovendien consumeert vee 40% van de graanproductie en nemen ze immens veel landbouwgrond in die beter gebruikt zou kunnen worden.
Vandaag las ik nog dit interessante artikel. Over het voeden van veel mensen en hoe lokale landbouw welvaart creëert.
Opgelet, ik pleit hier ook niet tegen vlees. Zelf lust ik ook wel graag een lekkere steak of vol-au vent. Maar willen we dat onze boeren er terug bovenop komen, willen we dat dieren minder onnodig lijden en (ook niet onbelangrijk) willen we dat het vlees dat we eten ook echt weer naar vlees smaakt? Dan moeten we enerzijds met zijn allen minder, maar beter, vlees gaan eten en meer lokaal gaan denken. En met meer lokaal bedoel ik niet het lokale grootwarenhuis, maar de boer en eventueel een slager die nog weet waar zijn vlees vandaan komt.
En ja, dat komt waarschijnlijk met een prijs. Maar als wij de prijs niet betalen, betaalt het dier het. Zo simpel is het.
Voor groenten en fruit geldt trouwens net hetzelfde. Kies voor lokaal en voor seizoensgebonden.
En geloof me, voor fruit en groenten betaal je bij de boer niet meer. Maar hij krijgt er wel meer voor in de plaats.
Geen tijd om én de supermarkt én een plaatselijke boer te passeren?
Dan wil ik je met deze sites alvast een excuus minder bezorgen.
Bij deeleenkoe.be koop je samen met anderen online een koe en krijg je jouw deel in de vorm van een vleespakket gratis thuis geleverd. Je koopt een deel en als de teller op 100% staat is de koe volledig verkocht en wordt ze in gelijke pakketten verdeeld. Omdat de koe pas verdeeld wordt als ze volledig verkocht is, is er geen verspilling van vlees en worden dieren niet onnodig geslacht.
Bovendien wordt het pakket ook nog eens aan huis geleverd. Geen excuses dus.
Je kunt ook een varken of een kip delen.
Koop met een hele buurt rechtstreeks bij de plaatselijke boeren.
Wekelijks wordt je bestelling op één centrale plek geleverd. Het enige dat jij moet doen is je pakketje gaan afhalen.
In de Buurderijen bepalen de landbouwers en ambachtelijke producenten zelf hun prijzen, waardoor zij een inkomen krijgen dat fair is voor hen én goed is voor de lokale economie.
Ken je zelf nog lokale initiatieven? Laat dat dan zeker even weten.