Rode curry met crunchy kool en kabeljauw
Op dagen waar je wel wat in huis hebt maar weinig inspiratie om te koken is een curry altijd een goed idee. Er zijn twee manieren om hiermee aan de slag te gaan. Een potje currypasta of met de hulp van een goedgevulde kruidenkast je eigen curry maken. Als je de tijd en de kruidenkast hebt, geef dan altijd de voorkeur aan de tweede optie. Meer variatie en meer smaak. Naar mijn gevoel dan toch. Als je de instructies op een potje currypasta volgt, heb je steeds drie keer zoveel nodig dan de aanbevolen hoeveelheid en dan nog heb je extra smaakmakers nodig om er een smaakbommetje van te maken.
Wanneer je van nul begint, kies je zelf wat en hoeveel je gebruikt en waar je ergens eindigt. Enkel zo krijg je echt een heel smaakvolle rode curry met crunchy kool en kabeljauw.
Hoe langer ik kook, eet en proef, hoe meer ik tot de conclusie kom dat het onderscheid tussen een gewoon goede kok en een heel goede kok ligt in drie verschillende zaken:
1. Het durven gebruiken van zuren in gerechten
2. Durven kruiden en durven kruiden along the way. Daarmee bedoel ik dat kruiden al begint bij de start van een gerecht en in elke stap een optie is. Niet enkel op het einde.
3. Liefde en goesting. Als je geen zin hebt om te koken, doe het dan ook niet. De kans dat een gerecht goed lukt wanneer je eigenlijk geen zin hebt om te koken, slinkt aanzienlijk.
Dit heb je nodig voor de rode curry met crunchy kool en kabeljauw
Allereerst voor de curry
- 400 ml kokosmelk
- 2 teentjes look
- 2 sjalotjes
- 1 chilipeper (of 1 tl chilivlokken)
- 2 cm verse gember
- Komijnpoeder
- Komijnzaad
- Korianderpoeder
- Currypoeder
- Paprikapoeder
- Kurkuma (vers of gedroogd)
- 1 limoen
- Citroengras (vers of uit een potje)
- Vissaus, sojasaus, rietsuiker en sesamolie
- 1 blokje groentebouillon
Snipper de sjalotjes, look, gember en chilipepers fijn en stoof aan op een zacht vuur in de sesamolie.
Eens ze wat glazig zijn doe je het komijnzaad, citroengras en de andere kruiden erbij. Laat al deze kruiden even mee roosteren tot de buren komen zeggen dat het heerlijk ruikt. Doe er dan de kokosmelk en het bouillonblokje bij. Proef eens en werk af met limoensap, vissaus en sojasaus. Als alles goed gegaan is, zou je curry pittig, zoet, zuur en zout moeten proeven.
Je denkt misschien dat je hoeveelheden nodig hebt van de kruiden hierboven maar doe dit maar op buikgevoel. Het kan amper mislopen. Hou de curry warm en ga aan de slag met de rest.
- 1 rode paprika
- 200 gr peultjes
- 5 stengels boerenkool
- 2 stukken kabeljauw
- Noedels
- Sojasaus
- Sesamzaad
- Sesamolie
- Rijstolie
- 1 teentje look.
Snipper het teentje look fijn. Snijd de paprika in reepjes en de peultjes in 2.
Verwarm ondertussen de oven voor op 180°C. Rits de blaadjes boerenkool van de stengel en scheur in hapklare stukjes. Doe in een kom en meng met enkele eetlepels olie en sojasaus. Doe er nog een eetlepel sesamzaad bij en meng. Spreid uit op een bakpapier op een bakplaat en bak ongeveer 7 minuten in de voorverwarmde oven. let op: dit kan snel gaan. Check beter een keer te veel dan te weinig. Verhit ondertussen een pan met wat rijstolie en schroei de paprika en peultjes. Enkele geblakerde stukjes kunnen geen kwaad en voegen zelfs smaak toe aan de groenten. Voeg na een tijdje de fijngesneden look toe en blus met wat sojasaus en sesamolie. Kook ondertussen de noedels gaar volgens de instructies op de verpakking.
Gaar intussen de kabeljauw in een andere pan met rijstolie. Doe eerst de velkant en laat heel crispy worden. Draai om en blus opnieuw met wat sojasaus en sesamolie. is het stuk niet al te dik dan zal dit waarschijnlijk wel klaar zijn. indien het wat dikker is, laat je het best nog enkele minuten in de oven meegaren.
Doe de paprika en peultjes mee in de curry, leg de noedels in een bord en schep daar de curry en groenten over. Leg hierop de vis en werk af met de crunchy boerenkool. Het klinkt als wat werk maar eigenlijk valt het best mee; binnen de 3 kwartier zou dit toch op tafel moeten staan. Veel kookplezier!
