De Moestuin, Hapjes

“jaja, da et em van geen vremde”

Deze legendarische woorden zei mijn bomma, ‘bonneke’ zoals wij ze noemen, een week nadat ze mijn moestuin in de serre van Broechem bezocht.

post4

Het deed haar zichtbaar deugd. Het deed haar terugdenken aan de tijd dat ze nog samen met mijn bompa een weelderige moestuin bewerkte meer dan 10 jaar geleden. Een mooie tijd. Een tijd waarin we telkens eerst naar de serre achteraan liepen om in de mooiste, rode tomaten te bijten voor we dag gingen zeggen aan bonneke en bompa. Waren het geen tomaten dan plukten we  stekebezen of rode bessen. Heel de tuin stond vol. Kiezen was verliezen. Gelukkig hoefden we niet te kiezen en mochten we ons vol eten tot we buikpijn kregen. Geen groter compliment voor onze bompa dan buikpijn.

Jammer genoeg stierf hij veel te jong en liet hij bonneke, ons en zijn moestuin achter.
Daarom doet het haar ook zichtbaar deugd wanneer ze merkt dat wij ‘de jeugd’ de nobele stiel van het moestuinieren in ere houden. Zelf ben ik niet de enige in de familie die een moestuin heeft. Nonkels, vaders en neven proberen elk op hun eigen manier eigen groenten en fruit te kweken. En nee, dat hebben we van geen vreemden.

We zijn allemaal op zoek naar de smaak van vroeger, van een mooie maar niet vergeten tijd.
We zijn allemaal op zoek naar de smaak van de tomaten, rode bessen en stekebezen die we toen aten. Om op een dag in een tomaat te bijten en “À la recherche du temps perdu” –gewijs te beseffen dat dat de echte smaak van een tomaat is.  De smaak zoals we ze hebben leren kennen en die niet kan tippen aan eender welke andere tomaat. En als ik daar op een dag in slaag, dan zal die dag mij deugd doen. Simpelweg omdat ik dan weet dat die tomaat van geen vreemden komt.