Groente van de week: Erwten!
Wekelijks krijg ik wel de vragen: Wat mag ik nu al planten? Is het niet te koud? Mag dat gewoon rechtstreeks in de grond? Of moet ik dat binnen zetten?
Daarom vanaf nu een wekelijkse rubriek: de groente van de week!
in deze rubriek pik ik er één soort groente uit die je perfect op de moment dat je het leest kan gaan planten. En als je deze stappen volgt, heb je nog eens heel veel kans dat je plant effectief opgroeit tot iets lekker en eetbaar!
De eerste groente van de week is de erwt. De groente die we allemaal kennen uit de mooie diepvrieszakjes uit de supermarkt. Maar heb je ze ooit al eens vers geproefd? Net ‘gedopt’ zoals ze dat zeggen. Een wereld van verschil. Daarom, zaai alsjeblieft erwten.
Erwten zijn typische voorjaarsgroenten en groeien het best in het koele voorjaar. Vanaf eind februari tot en met april is dan ook de ideale teeltperiode om te starten met erwten. Voor een goede oogstspreiding kan je proberen vroeg en laat te zaaien. Het hoeven heus niet alleen doperwten te zijn, peulen (sluimerwten) zijn ook heel makkelijk om te telen.
De soorten.
Groene erwten of doperwten
Deze erwten hebben een harde vruchtwand die niet eetbaar is. Hier moet je de erwten dus uit de peul halen, ook wel “erwten doppen” genoemd. Er zijn hierbij gladzadige (rondzadige) en gekreuktzadige soorten. De gladzadige soorten kunnen zeer vroeg uitgezaaid worden en hebben meer erwtensmaak.
Hoog en Laag
Verder is er nog de keuze tussen hoge (meer dan 120 cm), halfhoge (tussen 60 en 120 cm) en lage rassen (tussen 30 en 60 cm). Handig voor de mensen die in een pot op een terras willen zaaien bvb. Je hebt hier immers geen hout of ijzerwerk voor nodig om je plant te laten steunen. Hoge rassen vergen dus wat meer werk voor het aanbrengen van draadwerk of rijshout maar je kan er wel meer productie uithalen van op een beperkte oppervlakte. Ook de kwaliteit van de hoge soorten is iets beter en de oogst is meer gespreid.
Zaaien
Erwten zaaien is niet zo moeilijk. Laat de erwten 24 uur weken in een laagje water. De droge erwten nemen heel veel water op waardoor ze al een voorsprong hebben bij het kiemen.
Voorkiemen kan ook om zo een week te winnen.
Leg de erwten in een laagje water, dat halfweg de hoogte van de erwten komt. Je zal zeker de eerste twee dagen wat water moeten bijvullen, want ze zuipen nogal wat in het begin. Na 3-4 dagen is een wortelje van één centimeter zichtbaar. Tijd om te zaaien nu. Trek een geultje van 2-3 cm diep en giet dit vol met water. Verdeel daar in de zaden. En dek af met grond.
Maak een geultje van een tweetal centimeter diep en leg om de vier cm een zaadje. Op zware grond niet dieper dan twee centimeter, op lichte grond kan een centimetertje dieper gezaaid worden. Het geultje toedekken en lichtjes aandrukken.
Na een paar dagen is er al een worteltje en na een tweetal weken is er groen aan de oppervlakte te bespeuren. Althans voor wie zaait in april. Bij de vroege zaai duurt het natuurlijk allemaal nog wat langer.
Voorzaaien
De vroegste teelt wordt onder glas voorgezaaid in februari. Een temperatuur van 10°C is goed, maar ook bij 5°C groeien de erwtjes nog, en ze kunnen ook wat vorst verdragen.
Van zodra de jonge kiemplantjes in de potten 8 cm groot zijn kan buiten geplant worden. Losse plantjes zijn best wat kleiner.
Aanaarden en steunen
Erwten worden aangeaard als de plantjes 15 cm hoog zijn. Maak een klein heuveltje grond tegen de plantjes aan zodat ze steviger in de grond zitten.
Aanaarden gebeurt voor het aanbrengen van eventueel hout of ijzerwerk. Leg wat aarde tegen de stengeltjes terwijl u de grond oppervlakkig schoffelt.
Voor de lage soorten volstaat een paaltje aan weerszijden van de rij met daaraan een touw. De hoge en halfhoge soorten vragen absoluut meer steun. Met hun hechtranken zetten ze zich vast op het steunmateriaal. Het steunen kan gebeuren met rijshout, afkomstig van het knotten van wilg of populier. Met klimnet of gaas aan palen om de 2 meter kan ook gesteund worden, alleen is het soms nodig nog eens een touw te spannen van de ene paal naar de andere om het gewas extra te steunen.
Oogsten
Oogst alle soorten erwten één tot twee maal per week, om de groei van de jongere peulen te laten doorgaan. Sluimerwten pluk je als de erwtjes in de sluimen nog heel klein zijn. Te laat geplukt zijn ze minder mals en de zaden te dik. Doperwten zijn melig als ze te laat geoogst worden. Bij eenzelfde zaaitijd zijn de lage soorten vroeger te oogsten dan de hoog groeiende soorten. Het voordeel van hoge soorten is dat je langer kunt doorgaan met plukken. De lage soorten hebben de neiging al hun erwten in korte tijd prijs te geven.
Zelf zijn mijn erwtenplanten al mooi gegroeid en kan ik ze volgend weekend uitplanten in de serre!
Haast je dus naar de dichtstbijzijnde Aveve of ander tuincentrum en koop je een zakje erwtjes. Je zal het je niet beklagen.
Veel succes!
R.