Focaccia voor beginners
Binnenkort staat er een reis naar Italië op het programma. Piëmonte en Toscane om precies te zijn. De hoofdredenen lijken me duidelijk: eten, drinken en een beetje cultuur en natuur opsnuiven. De extra reden is een tussenstop in Genua om in de bakermat van de focaccia het ideale recept te ontfutselen van een focaccia granny die jaren kneedervaring in de vingers heeft. De naam van dit heerlijke platbrood komt naar alle waarschijnlijkheid van het Latijnse ‘Focus’ (haard) omdat de Etrusken deze broden bakten op hete stenen naast de haard.
Maar zolang ik nog geen recept ontfutsel heb, deel ik graag dit recept voor focaccia voor beginners. Het is niet moeilijk, je moet er alleen wel rekening mee houden dat je een dag op voorhand eraan moet beginnen
Ik moet in alle eerlijkheid bekennen dat het maken van focaccia me wat schrik bezorgde. Ik bleef het precies maar uitstellen omdat bakrecepten waarin je exact zaken moet afmeten toch net ietsje minder mijn ding zijn dan uit de losse pols koken. Nu goed, ik kan ook in alle eerlijkheid vertellen dat die angst volledig onterecht was. Integendeel. Ik had enorm veel plezier in het maken van deze focaccia. Vooral omdat je, ondanks een nachtje wachten, toch de hele tijd het gevoel hebt dat alles gaat goed komen. Het ziet er goed uit, werkt makkelijk, rijst mooi.
Bon, genoeg gelezen. Begin eraan, deze focaccia voor beginners is de moeite. Beloofd.

Dit heb je nodig voor het deeg:
- 500 gr witte bloem (Hoe meer gluten, hoe beter)
- 420 gr lauw water
- 5 gr instant gist
- 5 gr honing
- 15 gr goede olijfolie
- 10 gram fijn zout
Verder heb je nog nodig:
- Nog meer goede olijfolie
- Grof zout
- Gewone olijfolie
- Toppings. Ik ging voor kerstomaatjes, olijven, gedroogde rozemarijn, verse basilicum oregano en olijfkruid.
Zo begin je aan de focaccia voor beginners:
- Neem een grote kom. Hou er rekening mee dat deze kom voldoende plek biedt aan een deeg dat nog gaat rijzen én dat deze kom in je koelkast past. Doe hierin het lauwe water, de instant gist, honing, olijfolie en het fijne zout. Roer even stevig. Voeg nu de witte bloem toe. Meng alles goed door elkaar met een houten lepel tot alle witte bloem opgenomen is en er zich een deeg vormt. Plaats een doek over de kom en wacht 10 minuten.
- Na 10 minuten is het tijd om het deeg een eerste keer te stretchen en te vouwen. Maak je handen nat en neem een handvol deeg in je handen ter hoogte van 12u. Rek het uit en vouw het van boven naar beneden. Naar 6u dus. Draai je kom 45° en doe dit opnieuw en opnieuw tot de kom terug op het beginpunt is. Het deeg moet stilaan wat meer weerstand bieden en een iets stevigere bal zijn. Is dit niet zo, niet panikeren. Door het water van je handen kan het deeg minder stevig worden. Dat komt helemaal goed wanneer je gaat bakken. Het belangrijkste is dat je je deeg hebt gestretcht en de gluten aan het werk hebt gezet.
- Herhaal ditzelfde proces 10 minuten later nog eens. Draai nu om zodat de ‘naden’ aan de onderkant zitten en de bovenkant ‘glad’ is. Doe hier wat goede olijfolie op en wrijf over het deeg. Dek nu af met folie en plaats minstens een nacht in de koelkast.
- Tijd voor de bakplaat. 33×22 is een ideaal formaat om mee aan de slag te gaan. Vet de bakplaat in met de mindere olijfolie. Leg hierop een bakpapier en olie deze opnieuw in met de mindere olijfolie. Haal het deeg uit de koelkast (normaal zou je al kleine belletjes moeten zien) en haal het daarna uit de kom met een deegschraper en leg op de ingeleide bakplaat.
- Gebruik wat mindere olijfolie om je handen in te oliën. Vouw de ene helft van het deeg naar het midden en vouw daarna de andere helft naar het midden. Doe dit alsof je een blad papier in drie zou vouwen. Draai het deeg om en plaats opnieuw met de naad naar onder op de bakplaat. Dek af met een andere bakplaat of een deksel en laat 2 uur op kamertemperatuur komen en opnieuw rijzen. Gebruik zeker geen folie. Het deeg moet kunnen ademen.
- Nu begint de pret. Haal het deksel weg, olie je handen opnieuw in en begin het deeg langzaam uit te rekken naar de randen. Doe dit voorzichtig.
- Verwarm je oven voor op 230°C. Olie je handen een laatste keer in, sprenkel nog wat goede olijfolie bovenop het deeg en maak met je vingertoppen de typische ‘gaten’ van de focaccia. Duw rustig met je vingertoppen tot je de bakplaat voelt. Normaal zie je nu nog meer belletjes die gevormd worden. Prik ze niet kapot. In de oven zullen ze een mooi korstje vormen.
- Beleg de focaccia met je favoriete toppings (duw ze zachtjes in het deeg) en vergeet zeker niet om royaal grof zout over het deeg te strooien. Zet in de oven. Afhankelijk van de oven duurt dit 20-25 minuten. Of iets langer. Haal de focaccia eruit wanneer deze een mooie gouden korst heeft. Laat op een rekje 20 minuten afkoelen en val aan.
- Je kan deze focaccia voor beginners zo opeten maar je kan ze ook beleggen. Doe er een toefje burrata op of wat venkelsalami en je hebt echt de beste lunch, hapje, of volwaardig gerecht.
