10 onbekende groenten en kruiden
Soms zouden we het vergeten, maar de wereld heeft veel meer te bieden dan wat we in de supermarkt vinden. Zeker de wereld van groenten en kruiden die zo divers is in kleuren, geuren en smaken dat ze deuren openen naar andere werelden. Want heb jij al gehoord of geproefd van de Mexicaanse cucamelon? Of van het Braziliaanse champagneblad? Of de kleine pimpernel?
En als je er al van hebt gehoord, dan is de kans klein dat je ze vindt in de winkel.
Maar er is een oplossing: zelf zaaien of planten en daarna oogsten en opeten.
Kleine pimpernel
Of de Sanguisorba minor. ‘Sanguis’ betekent bloed en ‘Sorba’ betekent absorberen. De plant werd vroeger gebruikt om inwendige en uitwendige wonden te stelpen. Zo dronken ze aan het Engelse hof thee van deze plant om zich beter te beschermen tegen de vijand. Vandaag de dag eten we de jonge blaadjes die smaken naar een pittige, nootachtige zoete komkommer. Verrassend, verfrissend en heerlijk bij vis.
Dit kruid komt wel met een bijsluiter. Iemand die maag, -gal of leverklachten heeft, gebruikt het beter niet. Dit kruid is net als het oesterblad makkelijk zelf te telen.
Bernagie (of borage)
Ook wel bekend onder de naam komkommerkruid. De bloem van deze plant kom je sneller tegen in toprestaurants dan in de tuin. Vooral de felblauwe versie met een wit hart dan. Ook bestaat er een witte versie) Zoals de naam al doet vermoeden, smaakt de bloem zacht naar komkommer. Qua smaakmaker is het niet de grootste meerwaarde in de keuken, qua eyecatcher wel. Versier er je salades mee of maak ijsblokjes met dit bloemetje in. Het grote voordeel aan deze plant is dat het ook een decoratieve plant is. Zaai hem gerust tussen wat wilde bloemen, of in een pot op je terras.
Cucamelon
Dit is een topper in je tuin én op je bord. De kans dat je deze groente in een hip kookprogramma hebt gezien, is dan ook zeer waarschijnlijk. De kans echter dat je deze in een winkel tegenkomt: onbestaande. Deze cucamelon of muismeloen is een komkommervariëteit. Hij ziet eruit als een hele kleine watermeloen en smaakt fris-zurig. Naast het decoratieve is de smaak dus ook niet alledaags. Best eet je deze kleine smaakbom in een salade of maak ze in als augurken. Lekker zoet-zuur.
Om hem zelf te kweken moet je wat geduld hebben. Je plant een zaadje begin april en je oogst eerste vruchtjes vanaf juli. Wil je deze zelf zaaien? Zaai hem binnen, waar het lekker warm is en plant hem na 15 mei uit op een warm plekje in de tuin. Geef veel water in droge periodes. Zo boots je het Mexicaanse klimaat na en voelen ze zich opperbest.
Aardbeispinazie
Dit is een groente die iedereen verbaast. De bladeren lijken op rucola maar smaken naar spinazie. Deze plant tovert je tuin binnen de kortste keren om in een mini-jungle. Maar dat is nog niet het meest speciale aan deze plant. In de oksels van de takken groeien vruchten die net kleine bosaardbeitjes zijn. Je moet het zien om het te geloven. Wat je met de vruchtjes doet, kies je zelf. Maar wat je wel moet weten is dat de vruchten niet de smaak hebben van bosaardbeien. Ze zijn best sappig, maar niet zoet. Een slaatje is een goede optie, maar je kunt deze ook zoet-zuur marineren voor desserts.
Wil je hem zelf in je tuin, dan koop je best een plantje bij een gespecialiseerde kruidenkwekerij. Zo kun je sneller aan de slag met je ‘bosaardbeitjes’.
Tomatillo
Terug naar Mexico. Deze keer voor de tomatillo of Mexicaanse aardkers. In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden, is deze vrucht geen familie van de tomaat, maar van de lampionplant. Je weet wel, die kleine oranje lampionvruchtjes die je vooral op een kaasschotel vindt. De smaak daarentegen doet wel wat aan onrijpe tomaten denken; friszuur, maar ook iets zoetigs en een tomatenachtig aroma. De Mexicanen gebruiken de tomatillo’s in hun wereldberoemde ‘salsa verde’. Ze stoven ze samen met groene pepers, knoflook en kruiden tot een heerlijk gerecht. Of ze gebruiken ze in hun chili con carne als frisse toets. De vruchten ga je hier amper op de markt vinden, maar opnieuw kun je ze zelf makkelijk telen op exact dezelfde manier als de cucamelon.
Citrus Afrikaantje
Deze speciale, prachtige en kleine ‘mini’ Afrikaan-bloemetjes hebben vijf bloemblaadjes, die samen een ster vormen. Je vindt ze in verschillende felle kleuren: zo heb je een mooi citroengele: ‘Lemon Gem’, of de feloranje ‘Orange Gem’. De volle, zoete aromatische smaak is kruidig, ietsje bitter, zoals de citrusvruchten sinaasappel en limoen.
Citrus-afrikaantjes zijn daarom uitstekend te gebruiken voor garnering, bij (vruchten)-salades, toetjes of ijs.
Wil je ook aan de slag met deze bloemen? Dan kun je best binnenspringen bij een tuincentrum. Zij kunnen je vast en zeker helpen.
Champagneblad
De naam van deze plant is jammer genoeg niet gelinkt aan de smaak. Anders zouden veel mensen elke dag een berg van deze blaadjes eten. Nee, de naam komt van de tintelende bruis in je mond, zoals bij het drinken van een glas champagne.
De smaak is zeer verrassend, eerst ervaar je een jong groene slasmaak, gevolgd door een peperachtige pittige smaak die even voor een verdoving van je mond zorgt. Geen wonder dat ze in Zuid-Amerika deze bladeren gebruiken tegen tandpijn. Zowel de bladeren als de bloemen zijn eetbaar en worden meestal rauw gebruikt als garnering op aperitiefhapjes, cocktails en salades.
Ook voor deze plant moet je naar een gespecialiseerd tuincentrum.
Pompelmoessalie
Wist je dat er in de wereld meer dan 1000 variëteiten salie zijn? Elke geur, kleur of bladvorm is mogelijk. Toch is de pompelmoessalie uniek in zijn soort. Al was het maar voor de bijnaam ‘Hot Lips’. Die naam is er niet toevallig. Hoe warmer de nachten zijn, hoe roder de bloemen kleuren.
De bloemen van deze femme fatale zijn heerlijk zoet door het druppeltje nectar diep vanbinnen maar smaken ook zacht naar pompelmoes. Een topper in thee, of een eyecatcher in je salade.
Citroenkomkommer
In tegenstelling tot de naam smaakt deze komkommer helemaal niet naar citroen. Enkel de kleur geeft een kleine hint naar een citroen. Deze vruchten zijn decoratiever dan zijn lange, groene broer en kun je ook lekker klein oogsten. Dan zijn ze bovendien op zijn best. Wanneer ze wat groter en rijper worden, merk je al snel veel pitten op waardoor je de vrucht niet meer in zijn geheel kunt opeten.
Wil je deze plant graag zelf in je tuin? Dan start je best met zaaien in april en plant je de plant, net als de cucamelon, midden mei uit in je tuin.
Oesterblad
Of ook wel ‘vegetarische oester’ genoemd. Deze zilvergrijze plant zorgt voor een smaakexplosie. Na een paar keer kauwen komt er een zilte smaak vrij die nauw aanleunt bij die van een oester recht uit de zee.
Deze geweldige plant doet het overal goed. Als bodembedekker in een siertuin, in een moestuin, maar ook in een pot of een rotstuintje binnen. Stel het je voor: je wandelt door je tuin en bukt je hier en daar om een oester te plukken en op te eten. Heerlijk toch?
Hier kun je terecht in je zoektocht naar de meeste onbekende groenten en kruiden:
(Dit artikel verscheen origineel in Culinaire Ambiance)